In Nederland hebben ze de klok, in Afrika hebben ze de tijd

17 oktober 2018 - Port Elizabeth, Zuid-Afrika

Dit hebben wij al meerdere malen ondervonden. Met name in de horeca: staan er 7 mensen achter de balie en wil je iets bestellen, hebben ze pas na 3 minuten door dat je er überhaupt staat omdat ze druk bezig zijn met kletsen. 

Ze hebben hier overigens overal de tijd voor. In sommige gevallen ben ik het wel eens met het tranquilo-mañana gebeuren. Maar ook heel vaak niet!

Wat ik echt moeilijk vind hier is om niet direct te zijn. In Nederland zijn wij gewend om iemand op te bellen en te zeggen: Yoo, ik heb voor morgen een samenvatting nodig, zou je hem zo kunnen sturen? Hier gaat dat heel anders: “Hiii, hoe gaat het met je? Hoe is het met je broer/zus/tante/stofzuiger? Ik hoorde laatst blablabla…’ En na 5 minuten is er nog steeds geen vraag gesteld. Áls er dan daadwerkelijk een vraag wordt gesteld, is het geen directe vraag en moet je zelf maar uitvinden wat ze bedoelen. Heel ingewikkeld, en wat dat betreft mis ik Nederland soms wel.  

Afgelopen vrijdag ( ja sorry is al bijna een week geleden) gingen we weer naar ons project, en dit keer keken we bij een andere klas mee. Toen we de klas binnenkwamen werd er wederom gezegd: ga de kinderen maar leren kennen en that’s it. Gelukkig had de leerkracht zelf ook door dat deze methode niet echt werkte en ze stelde ons voor, en vervolgens konden wij verder in gesprek gaan met de kinderen. 

Het gesprek begon met een vraag van de leerkracht aan een kind, ze vroeg of hij wilde vertellen wat er gister in zijn buurt was gebeurd. Het jongetje vertelde dat ze weer aan het schieten waren, en dat hij zag dat een vriendje van hem een kogel door zijn hoofd kreeg, en het hoofd vervolgens uit elkaar spatte. ( jongetje van 12 jaar). 

Je kan het je niet voorstellen.. dat deze kinderen in zo’n omgeving opgroeien en dat dit dus normaal voor hen is. Ook wisten we niet zo goed hoe we moesten reageren, we wilden wel laten blijken dat we het erg vonden maar wilden ook niet geshockeerd overkomen, ondanks dat we dat wel waren.

Vervolgens kwamen allerlei andere horrorverhalen naar boven wat de kinderen al wel niet meemaken op een dag. Even later vroegen ze aan ons, of wij dat ook hebben. Zowel Anne als ik durfden bijna niet te zeggen dat wij als blonde meisjes ’s avonds alleen over straat kunnen gaan… 

De kinderen vonden het heel interessant dat wij aan de andere kant van de wereld wonen. Toen ik mijn telefoon pakte om een foto te laten zien van de Nederlandse huizen, was ik even bang dat ik mijn telefoon kwijt was. Letterlijk elk kind stormde op mijn telefoon af, ze vroegen welk merk het was, of ze hem mochten vasthouden etc. etc.  Nadat ik foto’s had laten zien van typische Nederlandse dingen en mijn telefoon had weggedaan, ging het gesprek verder en zag je dat de kinderen steeds opener werden. Uiteraard hebben we ook nog gesport met ze, en dit blijft toch wel echt het leukste om te doen. Zo aandoenlijk om die lachende gezichtjes te zien tijdens een spelletje. En al helemaal als je je bedenkt wat voor ellende ze allemaal meemaken thuis. 

Wat Anne en ik beide moeilijk vinden op de school is het geweld. De kinderen vechten continu met elkaar om het minste of geringste. De leraren doen er verder niet heel veel aan, omdat het zo’n groot ‘probleem’ is en het niet opgelost kan worden. Nou moet ik eerlijk zeggen dat de leraren ook geen moeite er in steken, veel van hen zijn liever lui dan moe. 

Toch is het eigenlijk wel logisch dat de kinderen zich zo gedragen; het is hun referentiekader. Hetgeen dat zij thuis meemaken is geweld en allemaal andere narigheid, dus niet heel gek dat ze vaak vervelend zijn. 

Toch zitten er echt wel schatjes tussen die je het liefst mee naar huis zou willen nemen en in Nederland naar school zou laten gaan. 

De kinderen waar wij mee werken hebben een verstandelijke beperking, of door de geboorte, of door omstandigheden (ondervoeding etc.) Kinderen van 12 jaar beginnen net met lezen en schrijven en bijna elk kind kleurt gemiddeld 3 kleurplaten op een dag. En dat was het dan ook. 

Kortom, grote verschillen met Nederland. 

Elke vrijdag houdt de hele school een soort bijeenkomst  in een grote aula. ( ben even het woord kwijt). Tijdens deze bijeenkomst wordt een stuk uit de bijbel voorgelezen door een docent en worden er dingen besproken. Dit gaat allemaal in het Afrikaans, dus wij kunnen half volgen waar het over gaat. 

Op een gegeven moment kregen we de slappe lach, omdat we dachten dat de leerkracht het steeds over ons had. Hij zei namelijk steeds ‘ en de bijbel’. Maar in het Afrikaans klinkt dat als: Ann (Anne in het Engels) and Mabel. Ze spreken ‘bijbel’ dus bijna uit als mijn naam. Toen we de slappe lach hadden, wisten we nog niet wat ons verder te wachten stond tijdens die bijeenkomst…

De directrice van de school hadden we meerdere keren gezien, en telkens was ze onze afspraak vergeten. Ook deze ochtend hadden we elkaar nog gezien en had ze wederom naar onze namen gevraagd en zelfs opgeschreven. Tijdens de bijeenkomst kwam ze naast Anne zitten en vroeg ze’ Where is Ann?’ Dus Anne heel verbaasd: uhh I’m right here. Directrice: Aahh, I know, I know. 

Ze legde in het Afrikaans uit ( ze vertikt het om Engels te praten, omdat ze weet dat wij half Afrikaans verstaan) dat ze ons zou introduceren aan alle kinderen van de school. Dat zijn er zo’n 200. Nou vooruit dan maar… 5x heeft ze herhaald wie wie was, en dat Anne links moest gaan staan en ik rechts. Ineens vroeg ze: Where are you from? Wij: The Netherlands. ( dit antwoord stond op haar papiertje en ze had het 5 minuten geleden nog gevraagd) En de directrice antwoord met: ‘ aaahh just joking, just joking’.

Nou vriendin, je was helemaal niet aan het joken, je had echt geen idee.

Toen was daar eindelijk ons moment… ahum. Het voelde een beetje als een diploma uitreiking. We werden naar voren geroepen en alle kinderen begonnen te klappen. Heel ongemakkelijk want we hadden letterlijk nog niks gedaan. Daar stonden we dan, Anne links en ik rechts van de directrice. Ze begon een heel verhaal in het Afrikaans en het kwam er op neer dat de kinderen zich moesten gedragen omdat wij helemaal vanuit Nederland hier naar toe zijn gekomen voor hun. 

Zoals geoefend stelde ze ons voor: ‘On my left is Ann’ *kinderen klappen* and on my right is… ze keek me aan, keek naar haar blaadje ( waar mijn naam op stond) en fluisterde: ‘what’s your name again?’ Mabel. ‘ Aaahhh Mabel, okay this is Mabel.

Heel ongemakkelijk, voor zowel de directrice als voor mij want die 200 kinderen staarden ons nog steeds aan. 

Toen ons moment of fame eindelijk voorbij was hebben we nog heel lang gelachen over de directrice die nogal veel vergeet maar tegelijkertijd ook alles goed wil doen.

Zoals je kunt lezen maak je elke dag wel wat mee en we zijn heel benieuwd hoe vaak we onze namen nog moeten herhalen voor de directrice het weet!

Ps. Vandaag weer naar de school geweest en de directrice gezien, dit keer begon ze niet over onze namen en ik denk dat ik weet waarom ;)

1 Reactie

  1. Jos:
    18 oktober 2018
    Misschien heeft de directrice ook een beperking Mabel....

    Brrr wat een ervaringen weer, liefs Jos

    Nog gefeliciteerd met je broer Mikk, 16 jaar. Morgen vieren we het... met … Ijs….